Amerikaanse miners in de knel: minder Bitcoin, meer kosten

Het Amerikaanse Bitcoinbedrijf TeraWulf zit in zwaar weer. In het eerste kwartaal van 2025 draaide het een verlies van ruim 61 miljoen dollar — een flinke klap vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. En het is geen incident: de hele miningsector voelt de pijn.
Halvering hakt erin
Sinds de Bitcoin-halving in april krijgen miners nog maar de helft van de beloning per blok: 3,125 BTC in plaats van 6,25. Minder inkomsten dus, terwijl de rekeningen gewoon blijven binnenkomen. In het geval van TeraWulf ging de omzet omlaag naar 34,4 miljoen dollar, terwijl de kosten voor het minen juist flink stegen — tot 24,5 miljoen. Daarmee verdampte een groot deel van de winstgevendheid.
Alsof dat nog niet genoeg was, kampte TeraWulf ook met extreem winterweer in New York, waar een van hun belangrijkste locaties staat. Minder draaiuren, meer vertraging, en dus nog minder rendement.
Importheffingen maken het nóg lastiger
Maar het grootste probleem ligt misschien wel buiten de techniek. De Amerikaanse overheid heeft namelijk importheffingen ingevoerd op mininghardware zoals ASICs — de gespecialiseerde machines die nodig zijn om Bitcoin te minen. Voor Amerikaanse bedrijven betekent dat hogere kosten, terwijl buitenlandse concurrenten goedkoper kunnen blijven draaien.
Deze extra druk zorgde ervoor dat veel miners hun strategie moesten bijstellen. Waar ze eerder hun geminede BTC vasthielden voor de lange termijn, verkochten ze in maart plots massaal: zo’n 40% van hun maandopbrengst werd direct van de hand gedaan. Dat was de grootste verkoopgolf sinds oktober vorig jaar.
De hele sector voelt de druk
TeraWulf staat niet alleen. De hele miningwereld heeft te maken met minder beloningen, hogere energiekosten, duurdere apparatuur en geopolitieke onzekerheid. In de VS voelen miners dat het meest — en de vraag is of ze hun businessmodel snel genoeg kunnen aanpassen.