North Carolina’s gouverneur, Roy Cooper, heeft een wetsvoorstel afgewezen dat het gebruik van een centrale bank digitale valuta (CBDC) in de staat zou verbieden. Dit voorstel, dat bijna unaniem werd goedgekeurd in zowel het Huis als de Senaat, werd door Cooper als “voorbarig en vaag” bestempeld.

Waarom Cooper het Veto Uitoefende

Volgens Cooper zijn er op federaal niveau initiatieven gaande om consumenten, investeerders en bedrijven te beschermen die digitale activa gebruiken. Hij stelde dat North Carolina zou moeten afwachten hoe deze federale maatregelen uitpakken voordat ze zelf stappen ondernemen.

Dit veto volgde op een overweldigende steun in beide kamers: 109-4 in het Huis en 39-5 in de Senaat. De wetgevers van North Carolina zouden het veto van Cooper gemakkelijk kunnen omzeilen met een drievijfde meerderheid.

Kritiek en Reacties

De beslissing van Cooper viel niet in goede aarde. Mitchell Askew van Blockware Solutions, geboren en getogen in North Carolina, bekritiseerde de gouverneur hevig. Hij stelde dat Cooper’s veto niet in lijn was met de wensen van de inwoners van de staat en dat het puur politiek gemotiveerd was omdat zijn tegenstander, Mark Robinson, het voorstel steunt.

Askew benadrukte dat het wetsvoorstel in het belang van alle inwoners van North Carolina zou zijn en beschuldigde Cooper ervan partijpolitiek boven de belangen van de bevolking te stellen.

Standpunt van de Federal Reserve

Ondanks de controverse verklaarde Federal Reserve-voorzitter Jerome Powell in maart dat de VS

“nog lang niet klaar is om een centrale bank digitale valuta aan te bevelen of te adopteren.”

Conclusie

De discussie rondom CBDC’s en de politiek eromheen toont de complexiteit en verdeeldheid van meningen over digitale valuta. Terwijl er op federaal niveau nog veel onduidelijkheid is, proberen staten zoals North Carolina hun eigen weg te vinden, soms in strijd met nationale trends. Dit laat zien hoe dynamisch en veranderlijk de wereld van digitale valuta kan zijn.