Ethereum krijgt een privacy-upgrade: zo wil Buterin je transacties onzichtbaar maken

Vitalik Buterin, mede-oprichter van Ethereum, heeft een plan gelanceerd om van Ethereum een stuk privacyvriendelijker netwerk te maken. In een nieuwe roadmap beschrijft hij hoe gebruikers straks standaard anoniem kunnen handelen — zónder ingewikkelde tools of aparte wallets.
Privacy moet vanzelfsprekend zijn
Volgens Buterin moet privacy niet langer iets zijn waarvoor je aparte software nodig hebt. In plaats daarvan moeten bestaande wallets, zoals MetaMask, standaard een optie bieden om een transactie
“vanaf een afgeschermd saldo” te versturen.
Die knop moet gewoon aan staan — klaar, duidelijk, en zonder gedoe.
Om dat mogelijk te maken, noemt hij tools als Railgun en Privacy Pools. Die zorgen ervoor dat jouw transacties niet meer publiek te volgen zijn op de blockchain.
Minder traceerbaar DeFi-gebruik
Ook DeFi krijgt een privacymake-over. Buterin stelt voor dat je voortaan per app een uniek walletadres gebruikt. Dat maakt het lastiger om al je handelingen — zoals trades, leningen of farming — aan elkaar te koppelen.
Ja, het is iets minder handig in gebruik, geeft hij toe. Maar het is wél de meest praktische manier om je privacy te beschermen, zonder compleet van het netwerk af te stappen.
Veranderingen onder de motorkap
Ethereum zelf moet ook worden aangepast om dit allemaal mogelijk te maken. Buterin noemt onder andere:
- EIP-7701: Hiermee kunnen derden (zoals een dApp) jouw transactiekosten betalen, zonder dat je identiteit wordt prijsgegeven. Dit maakt privacytransacties eenvoudiger én veiliger.
- FOCIL: Dit voorkomt dat validators bepaalde transacties blokkeren, zoals die waarin je je identiteit afschermt. Vooral belangrijk in een tijd waarin privacy vaker onder druk staat.
Niet alleen software, ook infrastructuur
Wallets praten met Ethereum via zogenoemde RPC’s. Die verbindingen zijn gevoelig voor datalekken. Daarom stelt Buterin voor om op korte termijn over te stappen op Trusted Execution Environments (TEE’s). Dat zijn veilige zones in chips die gevoelige informatie beschermen.
Op langere termijn wil hij dit vervangen door Private Information Retrieval (PIR) — een systeem dat ervoor zorgt dat je iets kunt opvragen zónder dat iemand weet wat je precies hebt opgevraagd. Slim, én veilig.
Daarnaast raadt hij aan om:
- Meerdere RPC-servers tegelijk te gebruiken
- Per app een aparte RPC-verbinding op te zetten
- Mixnets te overwegen, die metadata zoals IP-adressen versleutelen
Tot slot: lagere kosten voor meer privacy
Een ander opvallend voorstel: het bundelen van ‘proofs’ in privacyprotocollen. Dat zou de transactiekosten voor gebruikers flink kunnen verlagen. Meer privacy dus, tegen minder kosten.