Duitsland wil grip op goud: twijfels over Amerikaanse betrouwbaarheid groeien

Wat als je voor miljarden aan goud ergens in een buitenlandse kluis hebt liggen, maar je begint je af te vragen of je het nog wel terugkrijgt? Die vraag leeft momenteel in Duitsland, waar politici serieus overwegen om een enorme goudvoorraad terug te halen uit de VS.
Waarom ligt Duits goud in New York?
Al sinds de jaren ’50 bewaart Duitsland een flink deel van zijn goud – zo’n 1.200 ton – in een zwaarbeveiligde kelder van de Amerikaanse centrale bank in New York. Dat was ooit een strategische zet: als de economie ooit hard zou instorten, was het handig om toegang te hebben tot dollars.
Maar dat vertrouwen wankelt. De mogelijke terugkeer van Donald Trump als president maakt Berlijn zenuwachtig. Wat als hij de regels weer herschrijft? Wat als hij besluit het goud als drukmiddel te gebruiken?
Toenemende politieke druk
Binnen de CDU – de partij die waarschijnlijk de volgende regering vormt – groeit het gevoel dat Duitsland meer controle moet nemen. Voormalig politicus Marco Wanderwitz wil al jaren dat de goudstaven in New York regelmatig worden gecontroleerd. Niet via een rapportje, maar gewoon: iemand van de Bundesbank die de kluis in loopt, telt, en bevestigt dat alles er nog ligt.
Ook Europarlementariër Markus Ferber is daar duidelijk over:
“We moeten zelf kijken, tellen en registreren. Geen blind vertrouwen meer.”
Wat ligt er precies in die kluis?
In New York ligt zo’n 30 procent van de totale Duitse goudreserve, met een geschatte waarde van €113 miljard. De rest ligt in Frankfurt en Londen. Het idee is nu om dat goud misschien volledig terug naar Frankfurt te halen – of in elk geval binnen Europa te houden.
Volgens de Bundesbank is er “geen enkele reden tot zorg” en is de Federal Reserve een betrouwbare partner. Maar dat lijkt niet iedereen meer gerust te stellen.
Minder afhankelijk van de VS
Het debat over het goud is onderdeel van een bredere trend: Duitsland wil minder leunen op Amerika. Na de verkiezingen in februari kondigde CDU-leider Friedrich Merz grote hervormingen aan. Zo mogen defensie-uitgaven straks buiten de reguliere begrotingsregels vallen, en wordt er een enorm investeringsfonds van €500 miljard opgezet voor infrastructuur en publieke diensten.
Het doel? Een sterker Duitsland, een zelfverzekerder Europa – en minder afhankelijkheid van Amerikaanse wapens, dollars en kluizen.