SEC boekt succes in rechtszaak tegen Opporty over ICO van $600.000
De Amerikaanse beurswaakhond SEC heeft een belangrijke stap gezet in de zaak tegen blockchainbedrijf Opporty International en oprichter Sergii Grybniak. Opporty wordt ervan beschuldigd tijdens een ICO in 2018 ongeregistreerde effecten te hebben verkocht.
In een uitspraak op 24 september oordeelde rechter Eric Komitee dat Opporty en Grybniak in strijd handelden met de Amerikaanse wetgeving door OPP-tokens te verkopen zonder de vereiste registratie. De SEC begon in 2021 een rechtszaak tegen het bedrijf en stelde dat de ICO niet voldeed aan de regels voor de verkoop van digitale effecten.
De rechter baseerde zijn oordeel op de Howey-test, een methode om te bepalen of een transactie als een investering geldt. Volgens Komitee waren de OPP-tokens van Opporty duidelijk beleggingscontracten en hadden ze dus geregistreerd moeten worden bij de SEC.
Grybniak voerde echter aan dat de verkoop van de tokens onder bepaalde uitzonderingen viel, zoals Reg D/S, die onder specifieke voorwaarden vrijstelling biedt van de registratieplicht. De rechter gaf gedeeltelijk toe dat de richtlijnen van de SEC op dit gebied soms vaag zijn, maar vond dat Opporty zich niet aan de regels hield, vooral omdat ze zich ook op Amerikaanse investeerders richtten.
De ICO van Opporty, die plaatsvond van september 2017 tot oktober 2018, haalde $600.000 op bij ongeveer 200 investeerders, zowel binnen als buiten de VS. Opporty promootte zichzelf als een blockchainplatform voor kleine bedrijven en hun klanten, vooral in de Verenigde Staten.
Wat betekent dit? Deze zaak toont aan dat bedrijven die een ICO organiseren goed moeten opletten welke regels er gelden, vooral als ze zich richten op Amerikaanse investeerders. Het niet naleven van de wetgeving kan leiden tot juridische problemen, zoals in het geval van Opporty.