Aave, het bekende leenplatform binnen de wereld van DeFi (decentralized finance), heeft een nieuw hoogtepunt bereikt. Voor het eerst is er meer dan 40 miljard dollar aan crypto vastgezet in het protocol. Daarmee laat Aave zien dat het nog altijd een grote speler is in de DeFi-markt.

Wat maakt Aave zo populair?

Aave is een leenprotocol dat draait op slimme contracten. Gebruikers kunnen crypto uitlenen en lenen zonder tussenkomst van een bank. Je zet bijvoorbeeld Ether (ETH) vast als onderpand, en leent daartegen een andere cryptomunt. Uitleners verdienen rente, terwijl leners toegang krijgen tot liquide middelen—zonder hun onderpand te hoeven verkopen.

Het platform draait inmiddels op versie 3 (Aave v3), en juist die versie ziet een sterke groei in gebruik.

40 miljard dollar: niet alleen door koersstijgingen

Volgens de data van DefiLlama tikte Aave op 12 mei een TVL (Total Value Locked) aan van 40,3 miljard dollar. Een flinke sprong, en niet alleen omdat crypto meer waard is geworden. Er stroomt ook daadwerkelijk meer crypto naar het platform. In totaal zit er nu bijna 10 miljoen ETH in Aave, tegenover zo’n 6 miljoen ETH begin dit jaar.

Dat laat zien dat Aave niet alleen meebeweegt met de markt, maar ook echt groeit in gebruik en vertrouwen.

Ether en AAVE in de lift

Ether speelt hierin een grote rol: de prijs steeg afgelopen maand van ongeveer $1.500 naar $2.500. En met meer dan de helft van de TVL die uit Ether (en varianten daarvan) bestaat, voelt Aave dat meteen.

Ook het eigen AAVE-token doet goede zaken. De koers ging in een week tijd met zo’n 25% omhoog, volgens CoinMarketCap. Dat is deels te danken aan het herstel van de bredere markt, maar ook aan het vertrouwen dat Aave opnieuw weet te winnen.

Aave leeft, en DeFi ook

Na een lange periode van stilte lijkt Aave weer helemaal terug. Het protocol laat zien dat DeFi niet dood is—integendeel. Slimme contracten, gebruiksgemak en steeds meer gebruikers maken het ecosysteem sterker dan ooit.

Of Aave deze lijn doortrekt, is natuurlijk afwachten. Maar één ding is duidelijk: investeerders zien het weer zitten.