Coinbase ligt opnieuw onder vuur. Een Amerikaanse rechter heeft bepaald dat een rechtszaak over de verkoop van niet-geregistreerde effecten door de cryptobeurs doorgang mag vinden. Tegelijkertijd overweegt Coinbase een ingrijpende wijziging in zijn tokenlisting-beleid.

Rechtszaak tegen Coinbase terug op tafel

In 2021 werd Coinbase aangeklaagd omdat het zonder vergunning cryptotokens zou hebben verkocht die volgens Amerikaanse wetgeving als effecten gelden. De aanklagers stellen dat het platform fungeerde als een niet-geregistreerde broker en investeerders onvoldoende waarschuwde voor de risico’s van deze activa.

Eerder werd de zaak afgewezen, omdat de rechter vond dat Coinbase niet juridisch als verkoper kon worden aangemerkt. Maar in april 2024 kreeg de zaak een tweede kans, nadat een hoger gerechtshof de aanklacht opnieuw in behandeling nam.

Op 7 februari werd een nieuwe poging van Coinbase om de zaak te laten seponeren afgewezen door rechter Paul Engelmayer. Hierdoor moet Coinbase zich nu via een gerechtelijk proces verdedigen.

Nieuwe aanpak voor tokenlistings

Terwijl de juridische strijd doorgaat, lijkt Coinbase zijn beleid rond tokenlistings te willen versoepelen. CEO Brian Armstrong suggereerde dat het platform overstapt op een model waarbij gebruikers zelf bepalen welke tokens waardevol zijn en welke als scams moeten worden gezien.

Deze verschuiving zou Coinbase minder direct verantwoordelijk maken voor de verhandelde tokens, wat de lopende rechtszaak mogelijk kan beïnvloeden. Door minder als poortwachter op te treden, kan het argument dat Coinbase niet-geregistreerde effecten verkoopt, zwakker worden.

Coinbase ontkent nog steeds dat de aanklachten gegrond zijn en houdt vol dat de verhandelde tokens geen effecten zijn. De uitkomst van de rechtszaak zal niet alleen voor Coinbase, maar ook voor de bredere cryptosector belangrijk zijn.