De koers van Bitcoin staat flink onder spanning. Nieuwe Amerikaanse handelstarieven zetten wereldwijd markten op scherp, en ook crypto moet eraan geloven. De koers zakt onder belangrijke steunniveaus en het sentiment onder beleggers is historisch slecht. Wat betekent dit voor de komende weken? En hoe groot is de kans dat we nog dieper gaan?

Handelstarieven zorgen voor onrust

De Verenigde Staten hebben nieuwe importtarieven aangekondigd, en dat zorgt voor onrust op financiële markten over de hele wereld. Beleggers vrezen dat deze maatregelen extra inflatie veroorzaken en de wereldeconomie onder druk zetten.

De gevolgen zijn direct zichtbaar. Risicovolle activa – zoals aandelen én Bitcoin – krijgen flinke klappen. Veel handelaren verwachten dat de Amerikaanse centrale bank (de Fed) sneller dan gepland met een renteverlaging komt om de schade te beperken. Sommige analisten houden zelfs rekening met een noodmaatregel, nog vóór de volgende officiële vergadering.

En dat gebeurt net in de week waarin nieuwe inflatiecijfers worden gepubliceerd. Op 10 en 11 april komen de Amerikaanse CPI- en PPI-data naar buiten. Die kunnen opnieuw voor flinke beweging zorgen.

Belangrijke steunniveaus breken

Bitcoin zakte afgelopen week onder de $75.000 – voor het eerst sinds november. Daarmee brak de koers door meerdere technische steunniveaus heen, waaronder de 50-weekse EMA (een veelgebruikte indicator onder technische analisten).

Bovendien is er op de daggrafiek een ‘death cross’ ontstaan: het 50-daags gemiddelde zakte onder het 200-daags gemiddelde. Zo’n patroon wordt vaak gezien als een teken dat de markt in een neerwaartse trend zit.

Volgens analisten ligt het volgende belangrijke niveau rond de $69.000 – een koers die we voor het eerst zagen tijdens de bullmarkt van 2021. Als dat breekt, kan Bitcoin zomaar een rit naar beneden maken richting de $70.000 of zelfs lager.

Toch zijn er ook handelaren die juist kansen zien. Sommigen wachten op een terugtest van deze niveaus om weer in te stappen richting $87.000, mocht de markt zich herstellen.

Sentiment op dieptepunt

De stemming op de markt is beroerd. De traditionele Fear & Greed Index staat op 4 van de 100 – lager dan tijdens de coronacrash of het FTX-debacle. Investeerders lijken massaal naar de uitgang te rennen.

Vooral de groep short-term holders – mensen die de afgelopen zes maanden zijn ingestapt – zit diep in het rood. Volgens on-chain data van CryptoQuant verkopen veel van hen hun munten met verlies. Dit soort capitulatie zorgt vaak voor extra druk op de markt, omdat meer mensen in paniek raken.

De gemiddelde aankoopprijs van deze groep ligt inmiddels boven de huidige koers. Pas rond de $43.000 ligt het gemiddelde break-evenpunt van alle BTC-houders samen – en daar zitten we nog ver boven. Maar dat geeft wel aan hoeveel speelruimte er nog is richting beneden.

Kans of crisis?

Hoewel het er nu somber uitziet, zijn er ook signalen dat dit een kans kan zijn voor wie durft. Volgens analisten zoals Charles Edwards is de angst zo extreem, dat het op z’n minst een lokaal koopmoment kan zijn – al is het risico zeker nog niet verdwenen.

Bitcoin heeft zich vaker hersteld uit dit soort situaties. Maar zolang er zoveel onzekerheid is, kunnen we een herhaling van 2020 of zelfs 1987 niet uitsluiten. Alles hangt af van hoe de markten reageren op de komende weken: nieuwe tarieven, inflatiecijfers en het beleid van de centrale bank.

Kort samengevat:

• Bitcoin zakt onder de $75.000 en verliest belangrijke steun.
• Nieuwe Amerikaanse tarieven veroorzaken wereldwijde marktonrust.
• Angst onder beleggers is op recordniveau.
• Kans op noodmaatregelen door de Fed neemt toe.
• Volgende steun ligt rond de $69.000.